Samenhang met ander beleid

De Omgevingswet gaat uit van een dynamisch systeem van plannen maken. Geen vastomlijnde plannen meer met een vaste doorlooptijd zoals we gewend waren. Maar denken in een beleidscyclus. Deze cyclus zorgt ervoor dat we steeds aansluiten bij de wensen en uitdagingen van dat moment.

De beleidscyclus start met de kaders en ambities in een omgevingsvisie. Deze vertalen we waar nodig of gewenst in programma’s en in het omgevingsplan en uiteindelijk in de vergunningverlening.

Evalueren en monitoring

De insteek van de Omgevingswet is dat beleidsstukken steeds actueel zijn en worden bijgesteld. Ook de omgevingsvisie moet altijd ‘bij de tijd’ zijn. Door tussentijds te monitoren, weten we waar we staan met de uitvoering. Door te evalueren en dan onze keuzes bij te stellen, ontstaat een beleidscyclus. Als het nodig is, zullen we dan de omgevingsvisie aanpassen aan dan actuele vragen.

Wij stemmen de evaluatie en monitoring van de visie af op de verschillende onderdelen van de visie. Onze doelen zijn voor ons een belangrijk deel van de visie. Iedere keer als er een nieuw gemeentebestuur komt, normaal gesproken eens in de vier jaar, worden de doelen gecheckt. We herijken dan de ambities/keuzes die eraan zijn gekoppeld. Zo nodig passen we dan de doelen en acties aan.

Het monitoren van de voortgang doen we aan de hand van de door ons gestelde doelen. Dat doen we tussentijds en we rapporteren hierover ieder jaar aan de gemeenteraad. Hierbij maken we gebruik van de bestaande planning en control cyclus, waarmee de gemeenteraad periodiek wordt geïnformeerd over behaalde resultaten en voortgang.

Programma’s

Deze doelen en acties kunnen concreet gemaakt worden in programma’s.

De Omgevingswet geeft de gemeente de mogelijkheid om voor specifieke gebieden of specifieke onderwerpen een programma te maken. Denk bijvoorbeeld aan een programma wonen of een programma buitengebied. Een programma vormt een verlengstuk van de omgevingsvisie. Hierin maken we onze doelen en acties concreet. Er staat in hoe we dat doel willen bereiken, wanneer en waarmee dat wordt gemeten. Programma’s worden door het college van burgemeester en wethouders opgesteld. Onze bestaande beleidsstukken beschouwen we ook als programma’s.

Nieuw beleid met een relatie tot de fysieke leefomgeving, wordt altijd opgesteld binnen de kaders van de omgevingsvisie als uitwerking of als programma. Mocht nieuw beleid afwijken, dan leidt dat tot herziening van de omgevingsvisie.

Omgevingsplan

In het omgevingsplan vertalen we de doelen en ambities uit de omgevingsvisie van de gemeente in regels. In het omgevingsplan staat precies wat wel en niet mag op een locatie. Het lijkt daarmee op het bestemmingsplan zoals dat eerder bestond. Als de Omgevingswet ingaat, worden de bestaande bestemmingsplannen van rechtswege het tijdelijke gemeentelijk Omgevingsplan. De gemeente heeft tot 2029 om dit tijdelijke omgevingsplan te herzien.