Veenweidelandschap

Het gebied het Veenweidelandschap heeft een rijk cultuurhistorisch landschap, waar openheid, rust en stilte wordt afgewisseld met lange bebouwingslinten, (agrarische) bedrijvigheid en actieve dorpen.

De veenweiden zijn voor het grootste deel in gebruik door onze agrariërs. Zij zijn de beheerder van het landschap en onderhouden de graslanden voor hun vee.

Het oude landschap is nog zichtbaar

Het cultuurhistorische landschap is onder andere te herkennen in de tiendwegen, veenstroompjes, (achter-)kaden en woonheuvels. De dorpen liggen op de oorspronkelijke (veen) stroomruggen. Achter de lintbebouwing zorgen langgerekte agrarische kavels voor openheid. Kenmerkende historische gebouwen in dit gebied zijn de watertoren Meerkerk, de historische kerkgebouwen, molens en restanten van kastelen. Het gebied is onderdeel van het inundatiegebied van de Oude Hollandse Waterlinie. De open weiden worden afgewisseld met de beslotenheid van boomgaarden en wegen met bebouwing en beplanting. Het open en rustige karakter is van belang voor onder meer weidevogels als de grutto, maar ook voor bewoners om tot rust te komen.

Landelijke dorpen en buurtschappen

In het Veenweidelandschap liggen de dorpen Leerbroek, Hei- en Boeicop, Meerkerk, Nieuwland, Schoonrewoerd en Zijderveld. De dorpen en buurtschappen zijn landelijk en kleinschalig. De dorpen kennen een grote saamhorigheid en hebben een duidelijke eigen identiteit.

Kleinschalige bedrijventerreinen en bedrijven in of nabij de dorpen zorgen voor lokale werkgelegenheid. Meerkerk is een aantrekkelijke plek voor werkgelegenheid door de nabijheid van de A27. Hier bevindt zich een ruim werklandschap. Meerkerk functioneert als lokaal voorzieningencentrum. Het Merwedekanaal vormt een recreatieve vaarroute dwars door het veenweidegebied. Via de landelijke, slingerende wegen zijn de A2 en de A27 nooit ver en kan men gemakkelijk naar nabijgelegen steden of verder weg.

Te beschermen waarden

  • Agrarisch karakter en gebruik.
  • Rustige en natuurlijke karakter, ruimte voor weidevogels.
  • Afwisseling tussen openheid en beslotenheid.
  • Open en natte weides.
  • Cultuurhistorische landschap.
  • Lange bebouwingslinten één- of tweezijdig met open ruimtes.
  • Cultuurhistorische gebouwen en elementen.
  • Grote sociale saamhorigheid en eigen identiteit van dorpen en buurtschappen, goede sociale samenhang in de wijken.
  • Goede bereikbaarheid via OV-knooppunt Meerkerk.
  • Lokale werkgelegenheid.

Mogelijke ontwikkelingen

  • Vormen van toekomstbestendige landbouw, zoals duurzame natuur inclusieve landbouw, agrarisch natuurbeheer, kringlooplandbouw of alternatieve teelten.
  • Transformatie van stoppende agrarische bedrijven naar een woning of andere passende bestemming waarbij het landschap versterkt wordt.
  • Versterken karakteristieke strokenverkaveling en de lijnen van de ‘prachtlinten’.
  • Verhogen natuurwaarden en vergroten biodiversiteit.
  • Kleinschalige vaarrecreatie en routes.
  • Uitbreiding van routes en ondersteunende voorzieningen bij routes waar mogelijk in combinatie met versterking van het natuurnetwerk.
  • Kleinschalige verblijfsrecreatie, zoals kamperen bij de boer.
  • Collectieve woonvormen in combinatie met zelfvoorzienend zijn (voedselbos, moestuinen e.d.).
  • Voorzieningen voor openbaar vervoer en elektrisch (deel)vervoer in aansluiting op het bestaande netwerk.
  • (Kleinschalige) zonneweides langs de snelweg.