We zijn een klimaatbestendige gemeente en we vergroten de biodiversiteit

Vijfheerenlanden is een waterrijke gemeente, met twee rivieren, grote watergangen en een grote hoeveelheid sloten en weterringen. Bodemtypes die voorkomen in Vijfheerenlanden zijn klei- en veengrond.

Wat speelt er

Tekening van een reiger in een sloot met riet langs de waterkant

Klimaatadaptatie

De veengrond in Vijfheerenlanden is in sommige delen afgedekt met klei. Bodemdaling door veenoxidatie komt op ongeveer de helft van het oppervlak voor en is grotendeels tussen 0-4 mm en op een paar punten 4-6 mm per jaar. Dit is relatief laag in vergelijking met het gebied met puur veen en dikkere veenpakketten in andere gebieden. De veenweidegebieden in de gemeente zijn daardoor beperkt gevoelig voor bodemdaling. Het stedelijk gebied is op een aantal plekken gevoelig voor wateroverlast bij heftige regenval.

Droogte en wateroverlast vragen beide dat we ons hierop voorbereiden en onze leefomgeving hiertegen weerbaar maken (klimaat adaptief). Voldoende ruimte voor groen en water zorgt ervoor dat water beter wordt vastgehouden en opgenomen in de bodem. Niet alleen in het buitengebied is dit van belang, ook in het stedelijk gebied moet voldoende groen en open water zijn (of andere manieren om water op te vangen en vast te houden) om de warmte, de droogte en hevige regenval op te kunnen vangen en het water vast te houden. Groen en water gaan hittestress en verdamping tegen.

Biodiversiteit

De variatie aan planten en dieren neemt steeds verder af. Het is belangrijk dat natuurgebieden verbonden zijn en er voldoende rust en ruimte is voor de ontwikkeling van natuurwaarden. Niet alleen de beschermde natuurgebieden, maar elk stukje groen is waardevol als leefgebied voor dieren en planten. De veenweidengebieden zijn door hun weidse openheid en stilte geschikt voor weidevogels. Om de weidevogels zo min mogelijk te hinderen, zijn delen van het gebied aangewezen als weidevogel- en/of stiltegebied. De snelwegen en het Merwedekanaal vormen een barrière voor de verspreiding van soorten. Ook is de biodiversiteit op klassiek beheerde agrarische gronden en de naastgelegen sloten laag.

Wat willen we bereiken?

Klimaatadaptatie

De gemeente heeft met het ondertekenen van de Regionale Adaptatie Strategie (RAS) (Deze link gaat naar een externe website) afgesproken dat we in 2040 een klimaat adaptieve samenleving zijn, waarin we de gevolgen van klimaatverandering onder controle hebben en houden. Dat betekent dat we de komende jaren gaan werken aan voldoende groen en ruimte voor (de opvang van) water, zowel binnen als buiten de bebouwde kom en zowel binnen als buiten de dijken, voldoende koelte- en schaduwplekken en zwemwater.

Biodiversiteit

We zijn ons steeds meer bewust dat het belangrijk is biodiversiteit te behouden en te vergroten, zowel binnen als buiten de woonplaatsen. Waardevolle natuurgebieden worden behouden en beschermd en ecologische verbindingen hiertussen en met de dorpen en wijken, worden gelegd of verbeterd.

Door de transitie van de klassieke landbouw naar een meer natuur inclusieve landbouw vorm te geven, zal ook in agrarische gebieden de biodiversiteit verhogen. Andere functies, zoals recreatie, mogen de natuurwaarden niet aantasten. In de woonplaatsen willen we een toename van groen met natuurwaarden.

Natuurgebieden verbinden

Voor het verbeteren van de biodiversiteit gaan we de Natura 2000- en andere natuurgebieden meer met elkaar in verbinding brengen, zodat een robuust groen ecologisch netwerk ontstaat. Om dit daadwerkelijk te kunnen realiseren zullen de barrières bij de snelwegen en het Merwedekanaal moeten worden weggenomen. Als regionale groenstructuur gaat het om de bescherming en versterking van de zone Zouweboezem-Lek en ten zuiden van Vianen, de verbinding van de Zouweboezem, via Bolgerijnen naar de Hollandse Waterlinie (Diefdijk - Linge). De natuurgebieden dienen ook als ‘spons’ om regenwater op te vangen tijdens natte perioden en als waterbuffer voor droge perioden.

Groenblauwe dooradering

Naast deze ‘grote’ groenstructuur is een fijnmazige groenblauwe dooradering van het gebied noodzakelijk (voor ecologie en recreatie). Denk aan natuurlijke oevers langs sloten en vaarten (‘prachtlinten (Deze link gaat naar een externe website)’) en nieuwe beplantingen met knotwilgen, geriefhout en pestbosjes, hakhout en houtsingels (‘kleine landschapselementen (Deze link gaat naar een externe website)’). De open veenweidegebieden zijn een belangrijk leefgebied voor weidevogels zoals onder andere de grutto. Het is daarom van belang om deze gebieden open te houden, te vernatten en om te vormen tot gevarieerd grasland.

In het landelijk gebied streven we zo naar 10% groenblauwe dooradering. In de woonplaatsen streven we naar meer vergroening en afname van de verharding. Daarmee nemen hittestress, droogte en wateroverlast af. Het groenblauwe netwerk binnen de woonplaatsen moet aansluiten op het groenblauwe netwerk in het buitengebied. Bij nieuwbouwplannen wordt vergroening een voorwaarde (‘Groen groeit mee (Deze link gaat naar een externe website)’). Bij stedelijke ontwikkelingen groeit het groen evenwichtig mee, zowel kwantitatief als kwalitatief. Daarbij moet zowel ruimte zijn voor recreatie als voor de ontwikkeling van natuurwaarden. Het bodem- en watersysteem krijgt een sturende rol bij de inrichting van de leefomgeving, om klimaatadaptatie zo goed mogelijk vorm te geven.

Hoe gaan we dat doen?

  • Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden zoveel mogelijk natuur inclusief en klimaat adaptief uitgevoerd. Dit doen we door invulling te geven aan de door de gemeente ondertekende afspraken in het convenant Duurzame Woningbouw, de Afspraken Klimaatbestendig Bouwen Utrecht (Deze link gaat naar een externe website)en de ‘Regionale Adaptatie Strategie’ (Deze link gaat naar een externe website). Nieuwe ontwikkelingen dragen daardoor bij aan de verbetering van de biodiversiteit en een gezonde en veilige leefomgeving.
  • Groen is van onomstotelijke waarde als het gaat om de gezondheid van inwoners, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Samen met de provincie Utrecht en de regio zetten we gezamenlijk de schouders onder een versnellingsprogramma gericht op meer groen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen: Groen Groeit Mee! Zo werken we aan een goede mix van toegankelijk groen, duurzame landbouw, veerkrachtige natuur, beleefbaar landschap en zichtbaar water.
  • Bodem en water zijn sturend bij inrichting (zie ook We waarborgen een gezonde en veilige leefomgeving). Dit geldt voor wonen, werken en landbouw. Dit werken we uit in de bodemvisie.
  • We realiseren een robuust raamwerk van groenstructuren, groene stapstenen en (monumentale) bomen waar mogelijk in combinatie met wandel- en fietspaden. Aanleg en beheer is zoveel mogelijk natuur inclusief en gericht op behoud en/of herstel van de biodiversiteit. We zetten in op de bescherming, versterking van en verbinding tussen natuurgebieden. We bieden ruimte aan nieuwe vormen van landgebruik die bijdragen aan het beheer en behoud van voor de natuur waardevolle gebieden.
  • We hanteren een richtlijn voor stedelijke natuur ten behoeve van een gezonde leefomgeving en werken dit uit in de Groenstructuurvisie.
  • We zoeken naar mogelijkheden om ruimtegebruik te intensiveren in combinatie met ruimte voor groen en water, om het oppervlakte verharding te minimaliseren. Bijvoorbeeld door multifunctioneel gebruik van gebouwen of hoger bouwen.
  • We stimuleren initiatieven van inwoners, organisaties en bedrijven die bijdragen aan de versterking van natuurwaarden, biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Denk aan het gezamenlijk vergroenen van een speeltuin in de buurt, groen-blauwe schoolpleinen of het gezamenlijk realiseren van groene daken.
  • We zetten ons in om wateroverlast in woonwijken en stads-/dorpscentra te voorkomen.